Ooit in 1968 had ik mijn eigen en eerste band opgericht met een paar jongens uit onze straat. De aanleiding was dat ik een gitaar had gekocht.
Mijn eerste echte gitaar was een 1968 Egmond Typhoon van een Amsterdamse gitaarwinkel.
Deze gitaar kocht ik op afbetaling met het geld dat ik met het rondbrengen van bestellingen bij groenteboer van Hooft uit Gouda verdiende.
Helaas heb ik de gitaar verkocht aan een vriend van mijn zwager André.
Het muziek willen maken zat er bij mij al heel vroeg in.
Als vierjarige wilde ik een piano. Maar dat zat er natuurlijk niet in als je in een arbeidersgezin wordt geboren. Als vierjarige kon ik al een sinterklaasliedje op een mondorgeltje van 25 cent blazen welke ik van de goedheiligman had gekregen.
Op mijn zesde prutste ik van een sigarenkist, een onderbroek-elastiek en een bezemsteel mijn eerste gitaar in elkaar. De hang naar het zelf muziek willen maken ging niet weg, ondanks dat de zelfgebouwde gitaar geen succes was. Pas op mijn 16e bestelde ik via een muziekblad een echte gitaar omdat ik een bijbaantje kreeg en een beetje geld verdiende.
De versterker maakte ik zelf van een tweedehands losse speaker en twee buizenversterkers uit de militaire dump te Gouda van 20 gulden per stuk met buizen.
De speaker werd in een veel te grote kast gebouwd om de indruk te maken dat het een enorm vermogen vertegenwoordigde. Ik was toen 16………
De speaker in het midden was maar 20 Watt. De eerste versterker blies de tweede op.
De uitgang van de eerste werd namelijk gekoppeld aan de tweede zodat deze een enorm scheurgeluid produceerde. Ik heb er zelfs mee opgetreden een paar jaar later met de zelf opgerichte band The Highpost. De band begon met jongens uit de buurt in 1968.
Het waren; Leo Heijkoop – slaggitaar, Paul Wagemans – zanger, Piet Bras – Basgitaar, Fred Mul – drums, Ron de Wit gitaar , Leo van den Bas zang en Jacques Mul – Solo/slag/zang/mondorgel.
Beide drummers, eerst Fred, later ging Frans drummen.
De jongen met de basgitaar was Piet Bras en woonde aan het eind van de Cornelis Ketelstraat straat waar ik toen woonde in Gouda. Zijn ouders gaven hem een complete echte grote London City basversterker met een Danelectro ’58 Longhorn Bass (Rinus Gerritsen van de Earring had deze ook).
Toen kostte dat een vermogen. Helaas had ik arme ouders en moest dus zelf maar iets bij elkaar knutselen.
Geld voor les had ik ook niet, maar van een vriend (Gerard Lubken) op school, leerde ik mijn eerste akkoorden en het eerste nummer dat ik kon spelen was House of The Rising sun.
Wij waren fan van The Golden Earrings en speelden daar zoveel mogelijk van.
Vooral de nummers van de LP “Eight Miles High”.
Van Eight Miles High speelden wij op onze manier het nummer Song of a Devils Servant.
Dit is een aantal jaren latere opname toen we wat verder waren met iets meer ervaring. Chef op bas, Michel slaggitaar, Paul drums, Elzemieke en Jacques zang, Jacques sologitar + slag. Dus de samenstelling was inmiddels anders.
Verder was Blues ook OKÉ, want dat kon je met maar drie akkoorden spelen.
We speelden onder andere Wang Dang Doodle van
de eveneens Haagse band ” Livin Blues”.
Mijn broer Fred kocht een tweedehands drumstel en Leo Heikoop was de slaggitarist.
We mochten oefenen op de zolder van de plateelfabriek van Leo’s vader.
Leo was daarboven een beatzolder of soos begonnen met de naam: “The Attic”.
Daar werden zoveel mogelijk vrienden en liefst ook nog vriendinnen uitgenodigd voor feestjes. De band noemden we “The High Post”, omdat we hoog en high waren van tijd tot tijd. Later werden we ook wel “POST” genoemd door zaaleigenaren.
Daar konden we geen schade aanrichten. De buren konden lange tijd veel van ons verdragen, maar na een poos kwam de politie steeds vaker zeggen dat we zachter moesten. Het oefenen was verschrikkelijk vonden de buren en waren het na een jaar of anderhalf goed zat. Ik heb een (vage) opname teruggevonden op een cassette-tape met hoe het toen klonk. Het was erbarmelijk en vals gespeeld. Dus niet om aan te horen. Arme buren en wat waren ze eigenlijk geduldig met ons.
De meeste jongens hadden het al snel gezien en bleven, Fred, Piet en ik over.
De Foto bovenin laat een oefenruimte zien die we daarna huurden in 1971. Het was in het voormalig van Iterson ziekenhuis in Gouda dat op de nominatie stond binnen een aantal jaren te worden gesloopt. Het was tijdelijk omgedoopt in ” The Sparrows”.
Het gebouw werd verhuurd voor muziekbandjes en dat ging per uur. Het kostte 5 gulden per uur en dat was voor ons toen veel geld. De spullen gingen iedere keer in een door mij opgeknapte bakfiets heen en weer.
Na een half jaar zijn we gaan zoeken naar een oefenruimte waar onze spullen konden blijven staan. Wij vonden in het Bijerse weegje op de Gouderakse dijk een boerenschuur waar wij voorlopig weer verder konden oefenen. Die schuur kostte 30 gulden in de maand en dat was op zich nog goedkoper ook.
Tussendoor moest ik een jaar naar Duitsland voor de dienstplicht in het leger.
Daarna waren we nog met twee. Piet en ik. Toch gingen we verder.
In die periode kwam drummer Frans de Korte (zoon van ADEKO WAFELS) er bij. Die gaf ons later ook een autobus te leen waarvan ik de chauffeur werd omdat verder niemand zijn rijbewijs had. Frans was nog erg jong, maar kon al heel goed drummen. Hij had het geleerd bij fanfare de Pionier in Gouda. Roffelen was zijn specialiteit.
Daarbij was hij erg maatvast en daar hadden we zeker behoefte aan.
Links op de bank zit drummer – Frans de Korte(noemde zich Robby Soul); ernaast zangeres – Pina Vitale; rechts de bassist – Piet Bras; schuin er voor op de grond mijn persoontje ( toen met baard) gitarist/mondorgel en zang – Jacques Mul
Hier vandaan werd het eerste optreden van de band gedaan. Mijn vader reed onze spullen met zijn werkbus naar Stolwijk. We mochten een optreden verzorgen bij de Starclub van Cor Verbeek op 20 februari 1971. Daar traden ook bekende bands zoals The Golden Earrings op. Wij werden in een Goudsche Courant vermeld onder het bericht van de groep Gloria of Unit Gloria genoemd. Verbeek zelf kondigde ons aan als de Goudsche Joke-Onoband omdat hij onze naam niet had onthouden. We speelden voor gratis drinken in de club. Maar dat maakte ons niets uit. We waren zo trots als een Pauw dat we daar mochten optreden tussen al die beroemde bands.
Toen we weg gingen uit de boerderij omdat het nogal duur was en bijna gratis in Gouda terecht konden) zaten we voor de tweede keer op een zolder. Dit pand was van de vader van Nico In ’t Hout welke deze als opslag gebruikte op de beneden verdieping.
Omdat er boven geen WC was en beneden de ruimte niet gebruikt mocht worden, heb ik toen zelf boven een hokje getimmerd en een gebruikte closetpot geplaatst. Er mocht alleen geplast worden, want de leiding was maar halve duim dik welke naar beneden liep in de closetpot beneden .
Nico kende ik eigenlijk al omdat we met elkaar op school hadden gezeten. Met Nico begon ik ook nog een minifabriekje in het bouwen van Lichtorgels. Later stelde ik hem voor een mobiele discotheek te bouwen. Zo gezegd zo gedaan.
Hij maakte in de fabriek van zijn vader stalen behuizingen en ik monteerde de elektronica thuis. Zijn broer was ook handig en repareerde zo af en toe de spullen van de band. Toen had de drummer Frans de Korte het idee opgevat de diskjockey te worden, want hij had er de perfecte stem voor. Ook dat werd een heel avontuur en bouwden Nico en ik natuurlijk zelf het discotheekmeubel verder af met een lichtshow. Het werd een mobiele Discotheek welke in verschillende delen mee kon.
De naam werd ” The Vampire“.
Deze had als extra een grote enge act met lichtshow en ook nog lijken, omvallende kruizen, opengaande kisten en andere enge dingen. De broer van Frans, Ad de Korte, verzorgde de schmink, kleding en andere zaken en werd Frans het lijk uit de kist.
Het was op schoolfeesten, campings en bij de militaire feesten een groot succes
Vanaf dit punt veranderde de band
In deze periode vond Piet dat we in technische zin tekort schoten en verliet de band. Frans wist echter iemand die mee wilde doen. Hij heette Ton Montagne, voorheen Basgitarist van de groep “WALHALLA”, welke toen redelijk bekend was in Gouda en omstreken. Hij kon bas en piano spelen en niet zo’n beetje ook. Toen hadden we direct al weer een (betere) band. Nog een vriend van Frans wilde graag de manager worden en heette Peter Verboom. Na een paar maanden liet Ton Montagne die nogal ziekelijk was en was ook nog eens begonnen aan een studie, het afweten.
Toen gingen we weer op zoek naar nieuwe bandleden. We zetten weer een advertentie voor basgitarist/zanger. Als het deze keer niet zou lukken ging ieder zijns weegs en was de band verleden tijd. Ton zagen we later bij de groep “BOOBYTRAP” terug. Hij bleek naar hun overgelopen. Niet zo raar, want zij hadden een stuk meer muziekervaring dan wij. Tussendoor, omdat we toch niet veel konden doen gingen we wat dingen doen voor de discotheek “PARANOID”. We hadden wat ideeen voor hun en maakten reclame voor deze mannen. Ik bouwde een lichtorgel, welke we ook voor de band konden gebruiken. Helaas dachten de mannen van die discotheek dat wij de boel over wilden nemen en namen daarom wat afstand. We gingen verder in de Drapiersteeg, Ad de Korte maakte de nieuwe letters op het drumstel met de naam van de band en waren nog niet van plan te stoppen.
Als eerste kwam Ezou Tahapai erbij. Hij kon fantastische solo’s spelen en daarbij bracht hij ook nog zanger Rudi mee. Piet kwam ook weer meedoen en nu was de band weer compleet.
Hierna kregen we plotseling heel veel optredens door heel het land. Maar vooral Zuid Holland bij voetbal-verenigingen, clubs, scholen militaire tehuizen, dancing en buurthuizen.
Deze foto werd gemaakt tijdens het optreden in buurthuis “Copa Cabana” Gouda , welke nu ” De Kade ” heet.
Het meeste kwam binnen doordat Ezau nogal goed kon werven en onderhandelen. Veel werd er toen bijgeleerd dankzij hem en heel veel nieuwe nummers zodat we een uitgebreid repertoire kregen. Later werd Piet Bras vervangen door Anton of Max Peirera. De band heeft ongeveer 7 jaar bestaan voordat ieder zijns weegs ging en opgingen in andere bands.
Nog wat foto’s tenslotte van plaatsen waar we speelden. Veel foto’s zijn er nooit gemaakt. Er bestaat nog wel een video van de spelende band, maar helaas is het originele geluid gejat. In de video kunt u de enige bewegende beelden zien en wat (zeer matige) opnamen uit de toenmalige oefenruimte.
De enige bewegende beelden van The Highpost uit Gouda (1974)
Toen we met de band vaker gingen optreden liet ik de Disco aan de Discojongens.
Anton Basgitarist
Rudie Maitumi zanger
Gebroeders Kees en Noco In’t Hout regelden de licht effecten en het geluid
THE HIGHPOST heeft tot en met 1976 gespeeld. Daarna even niets en ben ik naar andere bands over gestapt of samen opgericht zoals “FIREGUM” en “The Starfighters“.
Het verhaal ging weer verder in 2019
Eenmaal met pensioen ging ik mensen begeleiden met muziekles, vooral gitaar.
Dat liep uit op een soort gelegenheidsband die nu vaste vormen begint aan te nemen en die ik ” Gouda Express ” hebt genoemd.
Klik op de naam en zie de pagina verschijnen…..
Dus het verhaal gaat nog verder